Medemia argun

Herkomst Zuid Egypte en Sudan

Minimumtemperatuur -2˚C

Algemeen

Een echte woestijnpalm die lange tijd voor uitgestorven werd gehouden.

Oorspronkelijk alleen bekend van gemummificeerde vruchten uit Egyptische graftombes werd deze soort in het jaar 1837 herontdekt.

Voor lange tijd bleef het een onbekende bijna mythische soort tot in 1995 Martin Gibbons en Tobias Spanner een populatie vonden in Wadi Delah, Sudan.

In 1996 keerden zij terug naar de woestijn en vonden meerdere locaties waar deze soort groeide waarvandaan zij kiembare zaden mee brachten.

Het is een van de meest droogte tolerante palmbomen die er bestaat.

En overleefd soms jaren zonder regen van ondergrondse waterbronnen in wadi’s en oases diep in de woestijn.

Ondanks nog steeds vrij zeldzaam te zijn wordt de Medemia argun tegenwoordig op diverse plaatsen over de wereld gekweekt.

Vooral in Thailand staan mooie volwassen exemplaren die het goed doen.

Zolang de temperatuur tropisch warm blijft lijkt de Medemia argun goed om te kunnen gaan met een hoge luchtvochtigheid en irrigatie.

Wanneer de temperatuur zakt is het belangrijk deze palm droog te houden omdat deze anders last krijgt van rot en onherroepelijk dood gaat.

De Medemia argun is verwant aan palmen uit het geslacht Bismarckia en Hyphaene en vertoond in verzorging en klimatologische eisen veel overeenkomsten met Bismarckia nobilis.

In een tropisch klimaat met irrigatie kan de groei verassend snel gaan.

Zaailingen en kiemende zaden dienen zorgvuldig behandeld te worden omdat deze bij verstoring van de wortels al snel afsterven.

Het is aan te raden de grote zaden direct in een diepe pot te plaatsen.

 

Zaai beschrijving

Week de zaden 2 tot 3 dagen in lauw water en ververs het water om de halve dag om schimmelvorming te voorkomen.

Neem een luchtig zaaimengsel zonder toegevoegde meststoffen. Een mix van perliet, cocopeat en grof korrelig zand in de verhouding 1/1/1 is prima.

Zaai in diepe potten van minimaal 30 cm diepte zodat de lange krachtige penwortel die als eerste uit het zaadje komt zich goed kan ontwikkelen.

Houd de grond licht vochtig maar zeker niet te nat en zet het zaaisel weg op een warme plek rond de 30˚C.

De kiemtijd is afhankelijk van temperatuur en versheid van de zaden. Meestal kiemen de zaden binnen 3 maanden maar het is verstandig om niet kiemende zaden niet te snel weg te gooien.

Deze kunnen nog makkelijk tot een jaar na het zaaien opkomen.